Waarom Jezus niet bestaan heeft

Ernie Ramaker



Na het lezen van een aantal dikke boeken over dit onderwerp ben ik ervan overtuigd geraakt dat Jezus van Nazareth, ook bekend als Jezus Christus, een mythe is. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de verhalen uit het Nieuwe Testament gebaseerd zijn op een historische persoon die op aarde heeft rondgelopen. Wat ik miste, was een A4-tje met de belangrijkste argumenten voor deze omstreden theorie op een rijtje, dat mensen in vijf minuten kunnen lezen. Daarom heb ik het zelf maar geschreven.

Over elk van deze argumenten zou je een heel boek kunnen schrijven. Dit overzicht is buitengewoon beknopt en vermeldt geen bronnen bij elke stelling. De argumenten zijn mijn eigen weergave van stellingen uit de onder ‘verder lezen’ genoemde boeken. En verder lezen is precies wat ik hoop dat je zult doen als je nieuwsgierigheid over dit onderwerp is gewekt.


Paulus zwijgt over het leven van Jezus

De brieven van Paulus vormen het oudste deel van het Nieuwe Testament: 1 Tessalonicenzen wordt gewoonlijk gedateerd op 49, andere brieven op het begin van de jaren 60 van de 1e eeuw. Paulus was geen discipel, geen ooggetuige van het leven van Jezus en beweert dat ook niet te zijn. Hij was een vroege christen die meningsverschillen binnen de prille sekte probeerde op te lossen. Daarnaast zijn niet alle brieven van Paulus authentiek (7 van de 14 zijn hoogstwaarschijnlijk niet door Paulus geschreven).

Het merkwaardige is nu dat Paulus in zijn authentieke brieven nergens aan het aardse leven van Jezus refereert. We hebben het hier over iemand die leefde toen Jezus volgens de traditie rond 33 zou zijn gekruisigd en die met ooggetuigen had kunnen spreken. Met zijn brieven wil hij medechristenen die volgens hem van de rechte leer zijn afgeraakt op het rechte pad brengen. Maar dat doet hij niet door te zeggen: Jezus zei er dit over, punt uit.

De Jezus van Paulus leefde niet op aarde. Hij was een spiritueel wezen waarover Paulus kennis had verkregen door middel van openbaring en exegese van het Oude Testament. Hij noemt Jezus meer dan 300 keer en verwijst naar de kruisiging en de opstanding. Daarbij noemt hij geen aardse details (bijvoorbeeld over Pilatus of de vrouwen die het lege graf aantroffen). Zijn beschrijvingen van Jezus worden ineens een stuk logischer als je beseft dat hij het over een wezen heeft dat niet op aarde leefde, maar ergens in het firmament, zoals de engelen. Daar vonden ook de kruisiging en de wederopstanding plaats.

Als je de brieven van Paulus leest met de aanname dat Jezus tot een kleine 20 jaar daarvoor daadwerkelijk als mens op aarde heeft geleefd, zijn ze ronduit bizar.


Jezus lost een probleem op

Na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem door de Romeinen in 70 hadden de joden een probleem. En ook in de decennia daarvoor was de tempel vaak moeilijk toegankelijk en volgens sommige joden gecorrumpeerd geraakt. Jezus is in het leven geroepen om dit probleem op te lossen.

De jaarlijkse offers van Pesach en Jom Kipoer stonden centraal in het jodendom. De joden kwamen met Pesach naar de tempel van Jeruzalem om er dieren te offeren aan God. Dit offer moest jaarlijks herhaald worden, maar dat kon niet meer toen de tempel verwoest was. Jezus kwam ervoor in de plaats: hij bracht het ultieme offer van zijn leven, en dat hoefde niet meer jaarlijks herhaald te worden (want een mensenoffer telt zwaarder dan een dierenoffer). De tempel was niet meer nodig.

Met Jom Kipoer werden twee geitenbokken geofferd om de zonden van de mensheid weg te nemen. Eén bok werd geslacht als offer aan God, de andere werd symbolisch belast met de zonden van het afgelopen jaar (de zondebok) en de woestijn in gestuurd. Jezus nam ook deze rol over. In het verhaal van de kruisiging wordt de moordenaar Barabbas (‘zoon van de vader’) vrijgelaten en Jezus gedood. Dit staat symbool voor de twee bokken. Daarmee was ook dat jaarlijkse ritueel niet meer nodig. Overigens is het hoogst onwaarschijnlijk dat de Romeinen een joodse moordenaar zouden vrijlaten en dat ze iemand zouden kruisigen tijdens Pesach in Judea.


Het verhaal heeft de structuur van een mythe

Het Evangelie volgens Marcus is het oudste evangelie van het Nieuwe Testament. De overige drie zijn daarop of op de andere gebaseerd. De schrijvers wilden het verhaal telkens verbeteren en fouten herstellen, en schreven sommige passages letterlijk van elkaar over. We kunnen dus niet spreken van vier onafhankelijke verslagen, en al helemaal niet van ooggetuigenverslagen. Daar hebben ze de structuur niet voor. Zo is er een alwetende verteller die ook meldt wat Jezus deed op momenten dat hij alleen was.

De evangeliën hebben een literaire structuur, en veel verhalen over het leven van Jezus hebben een symbolische betekenis of zijn bedoeld om profetieën uit het Oude Testament te laten uitkomen. Zo laat Mattheüs (21:5) Jezus op twee ezels Jeruzalem binnenrijden (tegelijk!) als verwijzing naar een tekst uit Zacharia (9:9). Marcus en Mattheüs hebben beide een (verschillende) chiastische structuur: ze bevatten een interne symmetrie. Dit zijn geen dingen die je verwacht van een verslag van gebeurtenissen. Wel van literaire fictie.


Er zijn geen historische bronnen

Voor iemand die naar verluidt wonderen verrichtte en een hele natie in zijn greep had, zijn er bar weinig verwijzingen naar Jezus van schrijvende tijdgenoten. Sterker nog, er zijn vermoedelijk geen buitenbijbelse bronnen over het leven van Jezus uit de 1e eeuw. Josephus en Tacitus worden veel genoemd, maar als je goed naar hun vermeende verwijzingen naar Jezus kijkt, blijft er niets van over.


Consensus

Verreweg de meeste historici gaan ervan uit dat Jezus een historische figuur is.

Dat klopt, de consensus is dat Jezus bestaan heeft. Maar er valt wel wat af te dingen op die consensus. Het grootste deel van de deskundigen op het gebied van het Nieuwe Testament zijn gelovige christenen, die in veel gevallen zelfs door hun (Amerikaanse, christelijke) universiteit contractueel verplicht zijn om de boodschap uit te dragen dat het christendom de waarheid is. Als je deze geleerden buiten beschouwing laat, en er is alle reden om dat te doen, is de consensus in ieder geval minder scherp.


Verder lezen

Het belangrijkste boek dat betoogt dat het aannemelijk is dat Jezus niet bestaan heeft, is On the Historicity of Jesus van Richard Carrier. Carrier is een serieuze historicus met relevante specialisaties en zijn boek is peer-reviewed en tot nu toe onweersproken. Het is tevens zware kost. De boeken van David Fitzgerald zijn leesbaarder. Nailed is een goede inleiding, en in het driedelige Jesus: Mything in Action duikt hij dieper in de materie. Verder schrijven Robert M. Price, Raphael Lataster en Hector Avalos lezenswaardige boeken over dit onderwerp. Maar let op: er wordt ook een hoop onzin beweerd en er zijn allerlei complottheorieën in omloop. De genoemde schrijvers laten zich daar niet mee in en bepleiten een minimale vorm van Jesus mythicism zonder er van alles bij te halen. De wetenschappelijke benadering dus.


Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.